Paradijs
Zonder grensovergangsproblemen kom ik, na een hellerit, aan in Muang Khua. Een slaperig dorpje aan de rivier Nam Ou. De volgende dag ga ik de boot op naar het paradijs: Muong Ngoi. Het is de enige manier om het dorp te bereiken. Er rijden geen auto's, geen brommers, amper een fiets. Het dorp heeft 1 ongeasfalteerde hoofdweg, geen moderne communicatiemiddelen en alleen maar elektriciteit tussen 17u30 en 22u30. De mensen leven er in bamboehutjes, koken er op houtvuurtjes en zingen de hele dag.
Hier wil ik 2 nachten blijven maar dan komt Mister D. Aree op bezoek en moet ik noodgedwongen nog een nacht blijven. Maar er zijn ergere dingen dan de hele dag in een hangmat hangen, een boek lezen en naar de wc spurten.
Feest
Op oudejaarsdag kon ik weer verder en brengt een boot en een soortement passgierstruck me in Luang Prabang (Unesco werelderfgoed). Na heel lang zoeken vind ik een slaapplaats. Alles is volzet want heel wat mensen komen hier nieuwjaar vieren.
Er hangt een leuke sfeer en ik vermoed dat er voor straks ook wel een feestje in zit. Geen zware doorhangnachten want dat kennen ze hier niet. Ze hebben hier zelfs een sluitingstijd. Voor één keertje houdt niemand zich daar aan. Ik sta om 0u een paar wildvreemden te kussen en naar het schamele vuurwerk te kijken. Mijn eerste nieuwjaar, alleen op reis.
Gevaar op de weg
Op 3 januari heb ik de nieuwjaarsuitspatting verteerd en is het lijveke weer tiptop in orde dus het is dringend tijd om de laatste bergen op mijn lijstje aan te vallen.
Het noorden van Laos is een en al berg met daartussen ook heel wat rivieren. Dat betekent dus op en neer, van berg in dal. Maar dat betekent ook weelderig groene natuur, prachtige vergezichten en piepkleine dorpjes met bamboehutjes en schone mensen. De eerste dag wordt er flink getrapt. Een beklimming van 15 km, zo'n 1000 m omhoog, en gelukkig ook een zalig lange afdaling.
Net voor de 2e beklimming (van 20 km en 1200m hoogteverschil) wil ik nog wat krachtvoer verorberen en zet Titus aan de kant. Net als ik wil gaan zitten op een betonnen muurtje zie ik een levensechte dreigende slang goed gecamoufleerd in het gras. Ik schrik me een ongeluk, neem mijn kodak, neem een foto (het bewijs moet er zijn) en eet mijn bokes in het midden van de straat op. Kwestie van geen risico te nemen. (En wegens heel dringend moeten plassen, gebeurt dat ook in het midden van de straat...) Ik blijf gelukkig gespaard van gênante ontmoetingen hoewel de timing nipt is. Want ik heb nog maar net mijn fietsbroek weer op de juiste plaats of daar is Gabriel. Een Canadees met veel te veel bepakking die ik ook al in Luang Prabang tegen het lijf gelopen was. We fietsen samen omhoog. Hij is wel wat sneller, maar ook 20 km klimmen kruipt bij hem in de benen dus we zien elkaar weer boven.
Samen
De komende dagen fietsen we samen, delen een guesthouse en drinken aan het einde van de dag een verfrissend Lao bier als beloning voor ons harde zwoegen. Titus schiet goed op met Sypres, dus iedereen is content. De 2e dag is het weer klimmen maar ook een afdaling om 'u' tegen te zeggen. Zoveel te dichter we bij Vang Vieng komen zoveel te adembenemender wordt het landschap. Het is fietsen in een paradijselijke omgeving. Titus gaat de kaap van 2000 km over! Hoera!
Vang Vieng zelf is niet veel soeps. Veel backpackers die om ter meeste drinken terwijl ze in een tube (binnenband vrachtwagen) over de Nam Song dobberen. Niet echt mijn idee van Laos beleven. Geef mij maar mijn boek, een rustig plekje aan de rivier met gratis 'belle vue' en een verfrissende fruitshake.
De bergen liggen nu achter mij, vanaf nu zullen het alleen nog bescheiden heuveltjes zijn. Best een beetje jammer want ik heb er echt van genoten. Waar je het hardst voor moet knokken, apprecieer je daarna het meest.
Eten
Mijn 2 dagen die ik Vientiane (hoofdstad Laos) doorbreng zijn gevuld met culinaire uitspattingen: croissants, chocomelk, capuccino, kaastaart, bananenshakes, lookbrood, pizza, chickenwraps, witte wijn... Het voordeel van met de fiets op reis gaan, is dat je dat allemaal schuldloos naar binnen mag werken.
Omdat mijn tijd hier stilaan aan het inkorten is, heb ik mezelf een zitje gekocht op de nachtbus naar Pakse (700km ten zuiden van Vientiane). Titus krijgt weer de nodige rare blikken en komt tenslotte niet bovenop de bus, niet onderin de bus, maar achteraan de bus. Het resultaat is een volledig zwartberoete fiets bij aankomst in Pakse. De busmensen komen gelukkig ter hulp gesneld met... een vuile vod. Ja, je kan zien dat Titus op reis geweest is.
Nog meer lekkers
Hier in het zuiden is het weer bloedheet. 35 graden is geen rariteit en de wegen hebben geen schaduw. Gelukkig is het water (de Mekong) nooit veraf. Er zijn hier heel veel eilandjes en dus moet je regelmatig een overzet nemen. Dat varieert tussen een wankel bootje waarin je je fiets probeert te laten balanceren zonder in het water te vallen, tot een drijvend vlot met wat bussen erop. Altijd heel creatief.
Ik heb weer even samen gefietst met een Nieuw-Zeelander (11 maanden onderweg) en een Engelander (16 maanden onderweg). Straffe mannen met straffe verhalen. Daar gaat een fietser van watertanden!
Nu zit ik op een klein paradijselijk eilandje met veel hangmatten en bamboehutjes. Maar de kers op de taart is toch wel... stoofvlees met frieten!! Want jawel, er woont hier een Belg (Mathieu) en die is getrouwd met Noy (Lao) en ze hebben 2 allerschattigste kindjes (Nicola en Nathalie). En Mathieu verwent me met stoofvlees (gemaakt met donker Lao bier en tijm en laurier uit Belgie) en echte fatsoenlijk gebakken frietjes met mayonaise! Feest! Dus als je ooit op dit eiland terechtkomt, ga er dan zeker eens langs. Hij heeft trouwens ook de meest idyllische plek om naar de zonsondergang te kijken.
Voor ik het goed en wel besef… ben ik al thuis!
Het begint met een zalige driedaagse op het Bolavenplateau. Een groen paradijs van bananenbomen en koffieplanten, watervallen en stoffige wegen. De voorlaatste fietsdag laat ik Titus nog eens goed zweten en doen we 40 km dirtroad. En als ik zeg dirtroad dan bedoel ik ook dirt. Het is stenen ontwijken, er af en toe toch een paar flink raken, moeten stoppen om de bagage er weer fatsoenlijk op te hangen en vooral aangegaapt worden door de Laotianen die niet weten wat die falang op de fiets hier in godsnaam komt doen... Na die rit ligt het stof een centimeter dik op Titus, de bagage en de berijder. Dus iedereen mag weer samen onder de douche!
Daarna laat ik Titus even bekomen en maak een uitstapje met Bounma, een gezellige 3000 kg wegende dame. Dat is zowat het laatste vervoermiddel dat ik nog niet uitgeprobeerd heb: een olifant. We wandelen aan een gezapig tempo door de jungle, steken rivieren over en stoppen ook af en toe eens om wat kleine struiken naar binnen te werken, waarna de restanten er in grote groene bollen weer uitkomen. Heel gezellig.
De laatste
De laatste fietsdag is er een van pure luxe. Aangezien ik de eerste dag het plateau beklommen heb, mag ik nu weer helemaal naar beneden. De zon op de snoet, de wind in de wielen, een straaltje zweet in de nek en een onbetaalbaar uitzicht. Misschien is dat wel waar deze hele reis om draait.
In de bus naar Bangkok draait er helaas iets anders om, nl. mijn maag en darmen waardoor ik nog een laatste keer compleet leeggemaakt word vanbinnen. De eerste dag Bangkok is dan ook vooral bekomen en de tweede ga ik nog eens flink gaan shoppen! Ja, ik blijf een vrouw met van die vrouwelijke hebbelijkheden.
Einde...
Het is een zalige ervaring geweest, eentje die ik de rest van mijn leven zal koesteren. Door 3 landen gefietst: 808 km in Cambodja, 1117 km in Vietnam en 1067 km in Laos. (de pietluttigen onder jullie zullen merken dat dat geen 3000km is, maar toch bijna, te ziek in Bangkok!!) Fantastische mensen ontmoet, zowel lokaal als internationaal. Af en toe eens alleen geweest en dan hartverwarmend gesteund geworden door de vele fijne reacties op de blog. Waarvoor dank, merci allemaal. Aan alles komt een eind, maar dat is ook altijd een begin voor iets nieuws...