Sawat Dee!!!
Na een korte 'afscheidsnacht', een 4u durende rit naar Schiphol en een vlucht van 11u kom ik redelijk brokkelig aan in Bangkok. Gelukkig kan datzelfde niet van mijn fiets gezegd worden. Titus staat als een braaf beestje bij de uitgang te wachten. Ik draai alles weer zoals het moet en daar komt heel wat volk naar kijken. Dat is alvast een voorproefje van wat me nog te wachten staat.
Een expressbus brengt ons naar het centrum alwaar mijn koelbloedigheid op de proef gesteld wordt want nu moet ik het Bangkokse verkeer trotseren. Als je je al iets kan voorstellen bij drukte, doe dat dan maal 10 en dan ben je er ongeveer. Eerst stap ik voorzichtig over het trottoir maar dat gaat niet echt snel. Dan maar fietsen - langs de linkse kant van de weg!! Het valt al bij al nog mee, de auto's, tuk-tuks, bussen en ander rollende materieel houdt rekening met mijn aanwezigheid.
Als ik na lang zoeken mijn guesthouse vind, val ik als een blok in slaap. Het is 9u30, 6u later dan in België. In de namiddag verken ik de stad een beetje. En hier is het weer hetzelfde... lees wat je kan lezen over Bangkok en doe dat maal 10 en dan ben je er echt.
Ik hang in Bangkok 3 dagen de toerist uit en kom stilaan mijn jetlag te boven. Daarna kan het echte avontuur beginnen. Het eerste avontuur is de trein. Vanmorgen zeiden ze op het station nog dat de fiets niet mee mag op de trein en vanavond is het ineens geen enkel probleem meer (en dat uit de mond van dezelfde Thai). Vreemd, maar dat zal niet het laatste vreemde zijn wat ik hier zal beleven.
Nee is niet nee
Als een Thai of Cambodjaan ‘nee’ zegt... neem dat niet zo maar aan, maar blijf proberen en er zal wel een ja uit komen. Dat geldt in ieder geval voor mijn treinrit mét fiets en ook voor een kapotte brug waar ik (eerst) niet over mocht. Maar als je zelf nee zegt, kan je maar beter heel duidelijk zijn in je antwoord, want volgens mij denken zij net hetzelfde van ons: blijf lang genoeg aandringen en dan kopen ze wel iets. Niet bij mij dus!!
Nu klinkt het waarschijnlijk alsof elke Cambodjaan slechte bedoelingen heeft, maar dat is zeker niet zo. Al moet ik wel zeggen dat bijna elke Cambodjaan iets te verkopen heeft. Overal langs de kant van de weg staan er stalletjes/winkeltjes met de gekste producten. En hoewel ze dikwijls geen elektriciteit hebben, verkopen ze allemaal "cold drink lady'. Hun frigoboxen worden regelmatig bijgevuld met hele klompen ijs, die ze van grote blokken zagen. Dus zelfs op de meest achterin gelegen dirt road kan je een frisse cola krijgen, meestal voor 1 dollar. En die is dan zo lekker, die cola!! Want het is hier heet en stoffig.
Op weg
Soms zijn de wegen pure horror, bvb. die waarmee je voor de eerste keer kennis maakt als je Cambodja binnenkomt... een zandweg die je al slalommend moet berijden om alle putten te vermijden, ondertussen oppassend voor al het zwaar rollend materieel. 51 km afzien. Als je dan een deftig stuk asfalt onder je gat krijgt, ook al is dat dan met een occasioneel groot gat, dan is een mens content.
Maar Titus is een taai beestje dat mij moeiteloos overal brengt; samen op de trein, samen op de boot, en vandaag zelfs samen onder de douche! Ik zou bijna zeggen dat we geen geheimen meer hebben voor elkaar, maar dat versnellingsapparaat blijft toch moeilijk te doorgronden.
Angkor
Iedereen die ooit in Angkor Wat geweest is, zal dit beamen: dit is zeer de moeite! De site, in het midden van de jungle, is bezaaid met tempels, de ene al ouder dan de andere, de andere al verwoester dan ene, maar allemaal even verbazingwekkend. Er zijn natuurlijk de grote toeristentrekkers, die ik uiteraard ook gezien heb, maar er zijn er ook die verder weg liggen en waar amper een toerist komt. En die ben ik natuurlijk gaan zoeken. Met de fiets kom je echt overal!
Voor eentje laat ik Titus achter bij de monniken zodat ik de 500-ofzo trappen kan beklimmen om boven op een berg te komen. Tot mijn verbazing zitten daar ook nog een paar monniken. (eigenlijk zitten ze overal!)
Het uitzicht is fabuleus en de tempel danig verwoest, maar uit wat er nog staat groeien bomen en zo lijkt er wel haar op de torens te staan. Het is apart.
De rest van de tocht brengt me op plaatsen waar ze amper een toerist zien en waar ik de grootste attractie van het jaar lijk. Iedereen lachen, wuiven, hello en goodbye... een warm volkje die Cambodjanen. Ze hebben een hoop miserie meegemaakt maar dat lijkt hen alleen nog sterker te maken.
Op straat
Het verkeer is hier (en overal in Cambodja eigenlijk) heel eigenzinnig. Alles wat een wiel heeft -en liefst ook een motor- is hier een vervoermiddel.
Er zijn de obligate auto's (van bijna-uit-elkaar-vallend tot poepsjieke 4x4's), er zijn de bussen (met allemaal een heel stinkende uitlaat), de minibusjes (die men zo volpropt met vanalles dat de achterklep open moet staan en dan nóg hangt er dikwijls een fiets aan), de moto's (heeeel veeeeel! met hele families op 1 moto, of een stuk of wat varkens of kippen, of soms allemaal samen), de tuk-tuks (een moto met een karretje erachter om mensen e.a. in te vervoeren), de cyclo (een fiets met een karretje ervóór om mensen e.a. te vervoeren), een gewone fiets (van het type 'kotfiets' zoals wij zeggen), een tractor met kar (om zowat alles te vervoeren wat het op zijn weg tegenkomt, meestal afgeladen vol), de kar getrokken door ossen,...
De wet van de sterkste
Al die vervoersmiddelen lijken zich tegelijkertijd op de baan te begeven. Er zijn geen duidelijke rijstroken, dus iedereen mag eigenlijk rijden waar hij wil. Officieel is het hier rechts rijden, maar als links je gemakkelijker uitkomt... dan doe je dat toch gewoon. Er zijn weinig tot geen verkeerslichten en oversteken doe je gewoon met je ogen dicht. Ze zullen wel stoppen. Toeteren is een nationale sport. Eigenlijk om aan te geven dat je eraan komt en voorbij gaat steken. Aangezien ieder voertuig dat rapper is dan een ander claxonneert, is dat hier een kakofonie van getoeter. Naar het schijnt horen de Cambodjanen dat al niet meer, maar ik heb er na een dagje fietsen op een drukke baan, dik mijn buik van vol.
Je zal nu waarschijnlijk denken: wat een hel. Maar eigenlijk valt dat wel mee. Ik vind het bijzonder leuk om kriskras door alle verkeer te hossen en als je lang genoeg op voorhand begint over te steken (in een lange schuine lijn) dan geraak je (altijd) veilig aan de overkant.
Op de drukke banen geldt de wet van de grootste: auto's moeten wijken voor bussen die van de andere kant komen en net voorbijsteken. Occasioneel eindigt dit manoeuvre wel eens in het decor, met alle gevolgen van dien. Maar meestal schikt iedereen zich naar die grootste.
Stress
Je zou ook kunnen denken dat iedereen hier gestrest achter het stuur zit, maar -echt waar- hier kunnen we nog iets van leren. Geen verkeersagressie (of toch nog niet gezien), je stopt voor anderen, je trekt nooit een gezicht als je de pas wordt afgesneden, geen middelvingers of vloeken,... best voorbeeldig. Na deze les in verkeersopvoeding ga ik mijn brandwonde nog eens verzorgen. (die ik opliep toen ik toch eens een keertje de moto nam en langs de verkeerde kant afstapte, nl. die van de uitlaatpijp. Niet doen dus!)
Te land, ter zee...
Na Kampot fiets ik langs de zuidkust naar Sihanoukville. Een stevige trip van 110 km met een brandende zon als gezelschap. Sihanoukville is de Costa Brava van Cambodja, maar dan nog grotendeels ongerept. Er is 1 strand waar er heel wat bars en restaurants zijn, maar de andere stranden zijn pareltjes van topkwaliteit. Er is dus wat gesnorkeld, gevaren, gelezen en gezwommen. Een mens moet toch af en toe eens ontspannen, nietwaar ;)
Ik ben ook bij een Belg gaan eten die daar een restaurant heeft en zijn tournedos met frietjes was overheerlijk. Als je dus ooit van plan bent om naar hier te komen, vraag dan maar het adres.
Bon Om Touk
Ondertussen ben ik weer in Phnom Penh beland. 2e keer al deze trip. Het voelt een beetje als thuiskomen. Er is hier momenteel een groots waterfestival bezig en dat wil ik wel eens meemaken. Het heet Bon Om Touk en het wordt elk jaar gehouden in het weekend in november dat het volle maan is. Het is een soort verering van het water. Uit alle windstreken komen de mensen dan naar de hoofdstad om dit te vieren. En naar eeuwenlange traditie is er tussen de dorpen en steden onderling een bootrace. En niet zo'n kleintje! Er zijn meer dan 400 boten die tegen elkaar roeien. Elke boot heeft zo'n 50 roeiers, allemaal met een zelfde kleurige t-shirt. Er zijn telkens 2 boten die om ter snelst over de Mekong roeien. Na 3 dagen is er een winnaar.
Duizenden mensen komen kijken en aanmoedigen. Zelfs de koning steekt de straat over om recht voor zijn paleis naar het spektakel te komen kijken. Rond 18u is er dan een vuurwerk en varen er een stuk of 8 lichtboten over de rivier die allemaal een stukje geschiedenis vertellen. Dat is de hoofdgebeurtenis, maar daarnaast zijn er in de stad massa's evenementen, optredens... Het is hier een drukte van jewelste (en het was al zo druk 2 weken geleden!). Als je ooit in Werchter geweest bent en na een concert naar huis probeert te gaan... awel zoiets ongeveer, maar dan met een paar miljoen mensen.
Morgen begin ik aan een nieuwe etappe in de reis: Vietnam. Ik moet Cambodja bedanken (aw kohn) voor de schitterende dagen, de lieve mensen, de fijne ontmoetingen. Ik ga ze niet snel vergeten die gracieuze, vriendelijke, behulpzame en vooral minzame mensen. Ze verdienen het niet dat de regering er hier zo'n zooitje van maakt.
Ik wens ook alle ceo's van die zogezegde behulpzame ngo's een ferme bluts in hun dikke Lexus 4x4! Ja, soms moet je hier op je tanden bijten als je al dat onrecht ziet. Maar gelukkig is het niet allemaal corrupt. Er worden wel degelijk goeie dingen gedaan en ik ben blij dat ik het verschil gezien heb (en misschien ook een heel klein beetje het verschil heb kunnen maken). Aw kohn Cambodja en misschien tot een volgende keer.