Over cowboys die weten hoe ze een feestje moeten bouwen.
Over te veel muggen en bijna verdrinken.
Over de mooiste weg ter wereld met de meest adembenemende landschappen.
Over mannen en hun pleziertjes.
Over een stad waar je adrenaline kan kopen.
Over teveel toeristen en net genoeg walvissen.
Over van alles en nog wat dat handig is om te weten.
Komt in orde
Het eerste wat me opvalt hier in Canada is de vriendelijkheid. Iedereen helpt me met mijn bagage, iedereen lacht... een fijn welkom. In Montreal moet ik overstappen en zelf mijn bagage doorchecken. Daar zie ik Barry (mijn reismaatje aka mijn fiets) weer. Hij ziet er nog goed uit na zo’n lange vlucht.
Als ik eindelijk in Calgary aankom, blijkt hij er niet bij te zijn. Hij heeft zijn vlucht gemist. Maar geen probleem! Morgen komt hij met de eerste vlucht. En zogezegd zo gedaan. ’s Morgens staat Barry netjes op de luchthaven te wachten.
Ik slaap in Calgary bij een familie via Warmshowers (fietsers voor fietsers, gratis slaapplaats). Superleuke en lieve mensen. Ik ga mee bowlen en ik mag ook mee gaan kamperen, maar ik heb tickets voor de Stampede.
Calgary Stampede
De greatest outdoor show on earth noemen ze het en dat is niet overdreven. Nog nooit zo’n bedoening gezien. De hele stad is in de ban van cowboy. Dus ik zet mijn cowboyhoed op en ga naar de rodeo. Het is bakheet, 31 graden. Maar dat drukt de pret niet.
Tussen 250 000 mensen kom ik Nicolas en Fre (uit Westerlo en Herentals) tegen. In België hadden we afgesproken om elkaar daar te zien, hoe zot is dat!
We joelen vlotjes mee en ik heb zelfs de eer om met 2 echte cowboys op de foto te staan. 2 prijsbeesten bovendien. De avond erna gaan we nog naar de chuck wagon races waarna een grote afsluitende show volgt. Man man man, geld teveel dat is duidelijk. Maar het is dan ook het 100-jarig bestaan.
Bloedzuigers
Dringend tijd om te gaan fietsen: in de knoerthitte tussen duizenden muggen die mij helemaal leegzuigen. Niks is hier vlak, de zon zuigt energie en om de 10 km moet ik stoppen om mijn hartslag naar beneden te halen. En omdat ik zo traag fiets krijgen de muggen vrij spel om mijn achterste leeg te zuigen. Mijn poep lijkt wel een maanlandschap!
De eerste kampplaats is bij een meer: Ghost lake. Een heel fijne plek waar ik een fris pintje aangeboden krijg van enkele watersporters. De volgende stop is Canmore waar ik in de bar kennismaak met Cassie. De general manager van zo’n resort voor dikke portemonnees. Ze vindt me blijkbaar wel sympathiek en die avond slaap in een luxe luxe luxe appartement voor mij alleen. Alles erop en eraan en helemaal gratis. Ik nodig gelijk Nicolas en Fre uit die anders in hun auto moeten slapen. Mijn karma is mij goedgezind.
Keep calm!
Next stop: Banff, waar jaarlijks het Banff Mountain filmfestival gehouden wordt. Samen met de jongens maak ik een wandeling, drink een glas, kook een pasta in central park, geniet van de talloze bergen in de omgeving en ga raften!! Het avontuur begint al op de parking waar we opgepikt zouden worden. Ze vergeten ons op te pikken! Na wat over en weer gebel kunnen we toch nog meedoen met deel 2. En wat een deel... We moeten door stroomversnellingen van klasse 4 die we zonder problemen nemen. Maar bij Thread the needle gaat het mis. Voor ik het goed en wel besef, kantelt de raft op zijn kop en lig ik in het ijskoude water, onder de boot. 1e regel: geen paniek en ik zoek mijn weg naar boven. Maar ik kan niet bij het touw van de boot. Alles rondom mij kolkt en zuigt en spat. Ik probeer te zwemmen maar dat is nutteloos in de sterke stroming. Er liggen nog mensen in het water. Dan voel ik ineens toch het touw, maar net als ik dat vast heb, kantelt de boot weer naar de goede richting. Loslaten dus. Nicolas trekt me aan mijn reddingsvest weer in de boot. Ik ben compleet buiten adem, maar ik krijg geen tijd om te bekomen, er moeten anderen gered worden. Ik hijs nog iemand aan boord en de gids blijft maar roepen: ‘Everybody back in position’, want we moeten roeien anders kantelen we misschien opnieuw. Man man wat een kick. Eenmaal aan land staan we allemaal uitgeput te trillen op onze benen. Het was wel een redding uit de boekjes zeggen ze, binnen 4 min was iedereen aan boord. Ik dacht altijd dat ze ons maar wat bang maakten als ze de veiligheidsinstructies gaven, maar nu weet ik wel beter.
Na een laatste avond in Banff met de jongens sta ik er weer alleen voor. Het weer is helemaal omgeslagen: regen regen regen en 15 graden. Na een hele dag regenploeteren, vind ik de moed niet om op de camping te gaan staan dus ga ik in de knusse hostel van Lake Louise slapen.
De mooiste ter wereld
De komende dagen fiets ik op de Icefields Parkway: de mooiste weg op aarde. Voor mij betekent dit 4 dagen geen winkels, geen douche en geen gsm-bereik.
Beren
Ik ben nog geen 2 km ver op de Icefields Parkway en ik zie mijn eerste beer al. Rustig smikkelend langs de kant van de weg. Ik schrik wel even, hij ook. Hij kijkt eens, ziet dat ik geen interessant voedsel ben en eet rustig verder. Van alle beren die ik tot nu toe gezien heb (zo'n stuk of 10) ging het altijd zo. Als fietser heb ik wel het geluk dat ik alles zie. Meestal als er ergens een beer zit, staan er 5 auto's langs de kant om er naar te kijken. Maar ik zie meer beren dan die mensen in de auto's zien, omdat ik een pak trager rijd.
Dat is het voordeel van te fietsen, ook al is het soms hard werken. Niks is hier vlak, de weg gaat altijd wel omhoog of naar beneden. Dat laatste is het leukste. Barry draagt zo ongeveer 30 kilo bagage. Dat is heel wat om naar boven te peddelen, maar eens zo leuk om naar beneden te zoeven.
’t Is waar
Icefields parkway: niet gelogen als ze zeggen dat dat een van de mooiste wegen op aarde is. Je rijdt tussen kanjers van bergen (Rocky Mountains) met duizenden jaren oude gletsjers die helaas al flink weggesmolten zijn. Ik heb er 4 dagen over gedaan om de 230 km af te leggen. Ik ben aan elke hotspot gestopt, heb alles in me opgenomen en veel foto's genomen. Ik heb er 's nachts kou gehad (2000m) en ik heb er overdag gezweet (om die 2000m op te geraken). Maar het was het allemaal dubbel en dik waard.Jasper is het einde van die weg. Daar wachtte mij een douche, een frisse pint, een lekkere maaltijd en miljoenen muggen (helaas). Van pure ellende zit ik soms in het midden van de dag in mijn tent om even verlost te zijn van die mormels die overal willen kruipen en bijten.
Een kwestie van de juiste mensen te ontmoeten
Na Jasper en Maligne lake volgt de hoogste berg van Canada: Mount Robson. Alleen maar om naar te kijken hoor, ik ben er niet op geweest. Dat is trouwens bijna onmogelijk als ik de infobordjes mag geloven.
Ik heb geluk, het is een heldere zonnige dag en hij toont zich in volle glorie.
Pech
De dag erna is er geen berg meer te zien: regen regen en nog eens regen. En ook dubbele pech voor mij want niemand wil mij een lift geven. Ik wil die dag in Clearwater geraken, 230 km verder, omdat daar vrienden wonen die helaas nog maar 1 dag thuis zijn voor ze moeten gaan gidsen. Ik sta 1,5u te liften (wat trouwens illegaal is in deze provincie) maar dan begint het echt te hard te regenen. Ik ga een warme choco drinken.
1,5u later trek ik toch maar mijn regenkleding aan en begin te fietsen. Plan is om tot aan de splitsing van de highway te rijden, maar het wordt uiteindelijk het volgende dorp. Daar kom ik om 16u toe, volledig verkleumd en doorweekt. Ik ben al bijna van plan het op te geven, maar dan ken je mij nog niet. Met mijn buik vol poutine (Canadese versie van friet met stoofvleessaus) en nog een klein sprankeltje moed ga ik om 16u30 op de highway staan met mijn duim in de aanslag. Ik geef mezelf tot 17u voor ik een droog plekje ga zoeken voor de nacht.
16u43, John met zijn pickup truck stopt en neemt me met plezier mee. Hij snapt er niks van dat niemand mij eerder meegenomen heeft, want zo'n verzopen waterkieken wekt toch medelijden op. Na 2u in een droge auto worden Barry en ik netjes voor de deur afgezet en ben ik zeer blij en vooral een beetje fier dat ik het gehaald heb. Never give up!!
Bergen verzet
Ik verblijf 1 volle dag op de prachtige Bo Hill, kort maar krachtig. De volgende dag krijg ik van Sigrid een lift in de goede richting. Tot onder aan "the worst mountain of BC" volgens de coffee house uitbater. “Ga jij daar echt oprijden???” - “Yep.” - “Well, good luck, you 'll need it.”
Terwijl ik me sta te prepareren, komt er een man op mij af. "Nice motorcycle" zegt hij. "Euh?? It's a bicycle.” "Oh my god, that thing doesn't have a motor??? You have to peddle it yourself??!!' Ja hoor en als ik hem zeg dat ik 'de berg' opga, blijft hij er bijna in. Hij wijst naar zijn truck met oplegger waar een grote kraan opstaat. Als ik wil, kan ik mee, hij moet ook de berg op. Ik twijfel maar heel even. Graag!
Hij heft Barry met bagage en al erop en schuift hem onder de truck. Weg zijn wij. En ja, niet gelogen dat is een steile berg. Later hoor ik van een andere fietser dat die halfweg de berg een potje gehuild heeft (ja, ’t was een man). Eerlijkheidshalve (als dat nog telt) laat ik me op de top afzetten, ik had nog een heel eind mee gemogen.
Veel mannen
De volgende dagen brengen me door een prachtig groen landschap met veel meren. 2 nachten slaap ik aan zo' n meer. Op eentje ga ik zelfs kajakken in alle vroegte met de buurvrouw. Aan het andere kom ik 2 sympathieke Belgen tegen. Op de camping in Lillooet is iets vreemds aan de hand: er staan alleen maar mannen. De reden hoor ik later: er is een viswedstrijd die dag. Ze vissen op sturgeon (steur blijkbaar), vissen van meer dan 100 jaar oud en zeker 100 kilo en 2 meter lang.
Ik maak kennis met een bende jonge gasten en de volgende dag ga ik met hen mee vissen. Het is geweldig. We vangen een viertal kanjers, zwaar werk om die binnen te halen. Ik ga nooit meer zeggen dat vissen geen sport is.
Opnieuw waarschuwt iedereen me voor een berg, maar ik maak het mezelf weeral gemakkelijk en ik krijg van de jongens een lift tot in Pemberton. De laatste 35km fiets ik zelf nog naar Whistler. Best de moeite met die felle tegenwind en bergop.
Met de fiets downhill
Whistler is een fantastisch sportief dorp, wereldberoemd van de Olympische Winterspelen in 2010. En in de zomer oa. voor het downhillbiken (Met skilift en fiets naar boven en dan naar beneden zoeven).
Je moet er wel het een en ander voor kunnen. Ik ben blij dat ik wat mountainbike-ervaring heb al is dit toch nog ietsje anders. Je wordt helemaal ingepakt met beschermkledij: elleboogbeschermers, scheenbeschermers en een helm zoals op de moto met ook nog een mondstuk, helemaal dicht. Je krijgt een fiets met volledige vering (voor de kenners: een full suspension van giant) waardoor elke put als een zacht putteke aanvoelt. Zalig! Dan ga je de skilift op, samen met je fiets en boven aan de berg stap je af en ga je langs allerlei tracks weer naar beneden. Je staat de hele tijd recht op je fiets en probeert in te schatten hoe hard je moet remmen en dan scheur je door bochten en over bulten en soms neem je eens een heel technisch parcours... en het is genieten want je moet voor een keer eens niet trappen. Eenmaal beneden stap je de lift weer op en doe je een ander parcours. Pure fun.
Ik had geboekt voor 1 avond, maar de volgende dag heb ik alles nog eens gehuurd en ben nog een dag gaan biken. Een beetje te vergelijken met skiën.
Zipline
In Whistler kan je ook een ziplineparcours doen. Ik heb nog wat adrenaline over, dus probeer ik dat ook maar eens. Het is heel fijn om te doen, maar je moet daar weinig tot helemaal niks voor kunnen. Je krijgt een harnas aangesnoerd en dan hangen ze je aan een kabel en weg ben je over een ravijn, van de ene berg naar de andere... altijd tegen een rotvaart en met een prachtig uitzicht. De laatste line ben ik zelfs ondersteboven gegaan, kwestie van er wat variatie erin te brengen.
Oeps...
Van Whistler is het verder naar Vancouver langs de Sea to Sky Highway. Een weg met prachtige uitzichten maar wel puffen. Ik vrees ook dat ik daar een ongeluk veroorzaakt heb. Het was een lang weekend hier en heel wat mensen reden weg uit Vancouver om naar de bergen te gaan. Zodoende was de overkant van de baan heel druk. Redelijk wat file. Het was vree bergop en ik maar puffen en al die chauffeurs maar geamuseerd toekijken vanuit hun geairconditionde auto's, en wuiven en lachen en onnozel doen... In de staart van de file waar er nog wel wat vaart was, keken de mensen natuurlijk ook. Dat hadden ze beter niet gedaan want vlak naast mij knalt er ene in de andere zijn gat tegen veel te hoge snelheid. Alle airbags open maar gelukkig niemand gewond, maar dat weekend was er wel aan.
Druk
In Vancouver blijf ik 1 nacht waarna ik de ferry neem naar Vancouver Island. Ik fiets langs Victoria, Nanaimo, Ucluelet, Tofino...
Tofino is prachtig qua uitzichten - de wilde westkust- maar vreselijk omwille van de veel te veel te veel toeristen (ja, ik ben daar ook bij). Maar het resultaat is dat als je geen slaapplaats geboekt hebt, je bijna nergens terecht kan.
De eerste nacht sta ik op een verschrikkelijke camping, veel te duur voor een veel te klein plekje. De 2de nacht slaap ik in een hostel, op een matras in de games room. En voor de 3e nacht is er geen plaats meer dus ga ik eerder terug naar Vancouver en zal daar de laatste dagen van de trip doorbrengen.
Walvissen
In Tofino ga ik nog wel whalewatchen. Howe is onze schipper en hij kan nogal vlot overweg met de boot. We zitten in een soort speedboot (voor de kenners: een Boston Whaler outrage). Howe scheurt over de golven waardoor we op en neer vliegen, gillend en lachend. Na 20 min zijn we (een beetje bleekjes) aan de plek waar de grey whales zitten. En ze zijn indrukwekkend. Er zijn er 3 die soms echt wel dichtbij komen om dag te zeggen. Een fijne ervaring.
Daarna scheuren we nog wat verder naar de zeeotters, zeeleeuwen, zeehonden en zeearenden. Howe toont al zijn kunstjes met zijn boot waardoor aan het einde van de trip er 12 mensen nogal wankel van boord gaan, blij dat ze niet hadden moeten overgeven. Geweldig dus!
- leuk: Canada dry drinken in Canada!
- je mag hier op elke snelweg fietsen, soms is er weinig andere keuze. Plezant is iets anders natuurlijk. Je fietst op de pechstrook die varieert in breedte: van anderhalve auto breed tot fietsbanddikte breed tot helemaal geen. Maar het ergste is het lawaai. Mijn god, auto's maken lawaai. En als het regent zijn de trucks het ergste want dan krijg je al die opspattende nevel in je gezicht. En laat die uitlaat ook eens nakijken aub, want zo'n roetwolk in je gezicht is ook niet prettig.
-de treinen: niet voor mensen wel voor goederenvervoer en die zijn lang, heeeeel lang en dikwijls ook hoog, 2 containers boven op elkaar.
- pit toilets: een gat in de grond waarover een toiletpot geplaatst is. Een soort luxueuse hudo. Overal is er toiletpapier en in Alberta was er ook altijd van die desinfecterende gel om je handen te 'wassen'.
- pas op voor eekhoorns met branie die stiekem van je havermout komen eten als je je even omdraait
- ze hebben hier de neiging om alles op een broodje te gooien. Wil je zalm eten dat zit dat op een bun, steak heel dikwijls van 't zelfde.brood: heel veel keuze, helaas allemaal in van die plastic zakken en met als constitutie: moesjie. Heel soms vind je een echt gebakken brood zoals bij ons, dan hou ik een klein feestje met nutella en een banaan. Ik moet wel zeggen dat zo'n plastiekzakkenbrood heel lang vers blijft. Na een week proef je nog geen verschil met de week ervoor.
- ze hebben hier ook la vache qui rit, met vreemde variaties zoals met jalapeno pepers...
- ze eten hier ongeveer bij alles bacon ook bij hun pancakes (die kleiner dikker en heel lekker zijn met vers fruit en maple syrup)
- alles is hier vrij duur, daar valt weinig aan te doen.
- als je berenspray wil meenemen, omdat je je dan wat veiliger voelt, probeer dan een bus te vinden in een hostel. Er zijn heel wat mensen die dat achterlaten als ze weer naar huis gaan.