Voetbalgekte
Nederland speelt straks het wereldkampioenschap voetbal tegen Spanje. Dat wil ik voor geen geld missen. Niet dat ik zo’n voetbalfan ben, maar de voetbalgekte in Nederland neemt vreemde proporties aan en alleen daarom wil ik erbij zijn.
Ik neem de trein naar Groningen. Alles kleurt er oranje. De sfeer in de straten zit er goed in. Iedereen is verkleed, de ene al gekker dan de andere. Alles passeert de revue: een oranje bloempot omgekeerd op het hoofd, een tricolore schoenovertrek zodat het een klomp wordt, een zeeuws meisje kostuum maar dan voor jongens…
Ik duik een overvol café binnen om mee naar de match te kijken. De spanning is te snijden. Na 90 minuten komen er verlengingen… Spanje wint. Op slag draait de sfeer. Er is verslagenheid, maar ook veel woede. Het café stroomt snel leeg en hier en daar hoor ik nog een verlaten vuurpijl de nacht in schieten. Of is het de donder die ik hoor?
Wolkbreuk
Die nacht trekt er wel 3 keer een onweer over. ’s Morgens pak ik tussen 2 buien in en schuil nog een hele tijd in de sanitaire blok. Er komt niet echt een droog moment dus met mijn regenjas aan fiets ik naar het centrum om nog wat inkopen te doen. Onderweg barst er een wolkbreuk los. De straten staan blank. Er volgen nog verschillende hevige buien, maar ik begin toch maar aan mijn route richting noorden.
Buiten Groningen verandert het landschap in sappig groene weiden, vlakke autoloze fietspaden, dijken, schapen en koeien. Ik heb de wind mee en zoef lekker vooruit. Tot ik platte band heb. Ik sta op 100 meter van een picknickbank, met een mooi uitzicht op een kerkje… de regen is gestopt. Zo erg is het dus allemaal niet. Tegen de avond kom ik aan op de camping van Lauwersoog.
Schapen en dijken
Als ik de dijk opklim (en als het mooi weer zou zijn) dan kan ik van hier de Waddeneilanden zien liggen. Ik fiets over de afsluitdijk van het Lauwersmeer. Rechts van mij ligt een grote dijk met daarop honderden schapen en links van mij ligt het vlakke binnenland. Ik had gedacht dat ik de hele tijd de zee zou zien en de Waddeneilanden, maar dat is niet zo. Ergens is dat ook logisch, aangezien Nederland onder de zeespiegel ligt, moet er een barrière zijn met de zee.
Ik moet regelmatig door poortjes heen, zodat de schapen niet weg kunnen lopen. En de wind is vandaag mijn vriend niet. Het is beuken. Maar dorpjes als Moddergat of Hegebeintum zijn een welkome afwisseling.
Heel wat dorpjes liggen hier op een zelfgemaakte verhoging (terp) net om het water tegen te gaan.
Elf steden
Tegen de avond kom ik in een soort klein Amsterdam: Harlingen. Een gezellig stadje met veel grachten en bekend omwille van de elfstedentocht.
Vanaf hier fiets ik de volgende dag over de afsluitdijk. Een 32 km lange dijk die de Waddenzee afsluit van het IJsselmeer. De wind pal op kop, tot in Den Helder. Daar neem ik de overzetboot naar Texel. Ik fiets naar camping Loodsmansduin waar ik vrienden ontmoet bij wie ik 2 nachten logeer.
Foute kleren
Ik moet toegeven dat ik slecht geëquipeerd vertrokken ben. Ik ben het gewoon om in warme landen te gaan fietsen en daar behielp ik me met sandalen. (En als het echt koud was, durfde ik daar ook wel eens kousen in aan te doen.) Ik heb bovendien niet echt warme kleren mee en het weer is guur. Er staat een stevige koude wind en het regent af en toe. In Den Burg koop ik een paar stevige wandelschoenen en een warme fleece. Zo kan ik er weer tegen.
Foute windrichting
Die nacht waaien we bijna uit onze tent, maar we houden het droog. ’s Morgens wordt alles ingepakt en fiets ik naar de overzetboot. Eenmaal in Den Helder begin ik aan de North Sea Cycle Route Ik wil helemaal tot in Antwerpen rijden, maar dat is zonder die 7 beaufort wind gerekend. In de zomer waait de wind meestal uit het zuiden/zuidwesten. En laat dat nu net de richting zijn die ik uit ga. Ik sta soms letterlijk stil en ben al blij dat ik niet omval.
Groen van jaloezie zie ik de andere fietsers me voorbijzoeven in de andere richting. Ik probeer wat achter de dijk te gaan fietsen, maar veel helpt het niet. Na een mooie route door de duinen ben ik blij dat ik Callantsoog bereik.
Juiste keuze
De volgende dag krijg ik weer een flinke portie regen te verwerken, en de wind is ook nog niet geminderd. Daarom besluit ik om de kustroute niet meer te volgen, maar meer het binnenland in te trekken. Zo kom ik in Alkmaar terecht waar een leuk theaterfestivalletje staat. Ik pik ’s avonds een voorstelling mee en ga ook eens lekker uit eten.
Ah, een zonnige dag kondigt zich aan. Ik pak alles bedauwd in en fiets richting Amsterdam. Het wordt alsmaar drukker onderweg, maar Nederland heeft natuurlijk geweldige fietsvoorzieningen zodat je moeiteloos de stad wordt binnengeloodst. Ik kom terecht op de stadscamping waar de geur van cannabis je van ver tegemoet komt. Dan trek ik liever de stad in waar ik geniet van de zon. Vanop een terras kijk ik naar de mensen en vergeet zo snel mogelijk de saaie platte wegen die door de wind eindeloos leken te duren.
De volgende dag neem ik de trein weer naar Antwerpen.